Wauw, dit is alweer dag 3 in Cambodja en wat een bijzonder ander land is dit dan Thailand. Hoewel beide landen voor 95% boeddhistische/hindoeïstische landen zijn (beide landen gebruiken invloeden uit zowel boeddhisme als hindoeïsme), is het straatbeeld in Cambodja volledig anders. Nadenkend over hoe we dat het best onder woorden kunnen brengen, komen ook Bas en ik er even niet uit. Lastig te omschrijven, het is ook met name een ander gevoel. Samen er over pratend komen we tot de conclusie dat de huisjes iets minder ontwikkeld lijken dan in Thailand; en ook iets minder druk, maar het is niet dat mensen een lager leefcomfort lijken te hebben of ontevreden zijn. Je kunt zien aan de mensen dat ze iets mee hebben gemaakt, nog vrij recent. Nog geen 18 jaar geleden heerste hier nog een streng regime waar miljoenen onschuldigen vermoord zijn door de rode Khmer, waarover later meer. Het tekent de mensen, maar maakt ze ook enorm trots op hun land en ze lijken dankbaar dat wij hier als toeristen naartoe komen om hun prachtige land te bekijken.

Het over de grens naar Cambodja gaan was eergisteren even een spannende aangelegenheid en bijna nog strenger dan in Nederland: gezichtsscan, vingerafdruk van alle 8 vingers en los nog van de twee duimen, maar gelukkig komen we alle 29 prima de grens over. En terwijl we door hobbelen over de binnenwegen en langs kleine dorpjes hebben wij in deze nieuwe bus serieus WiFi… wat een luxe! Wat onnodig… maar het gekke daarvan is, dat als het er dan is; je er ook gelijk weer aan verknocht bent, alsof je het per se MOET gebruiken. En dus check ik 6x Facebook, Instagram en mail; terwijl het in Nederland gewoon nog nacht is; doelloosssss! Het gekke is wel dat wij hier in de bus de hele wereld via het internet kunnen bereiken, maar als je hier woont kan de wereld jou een stuk moeilijker bereiken in de middle of nowhere. In Cambodja hebben we een extra gids erbij gekregen: ‘Rocky’, die Omie op een positieve lieve manier ‘happy Boeddha’; noemt, wat hier gelijk staat aan ‘een wat dikker persoon’. Wel een prettige manier van benoemen. Rocky blijkt een lieve Cambodjaan te zijn die in de oorlog zijn ouders verloren is, en waar hij gedurende de reis nog meer over zal vertellen. Onderweg naar Battambang bezoeken we de ruïnes van de Banan tempel na meer dan driehonderd treden, waarvan sommige treden opzichzelfstaand al bijna tot mijn knie komen. Na deze fysieke workout met beloning (de tempels) rusten we even lekker uit voor we weer voorzichtig afdalen langs de leuning en een paar prachtige plaatjes schieten. In ons nieuwe hotel in Batttambang genieten we even van de zwemkom (Omie’s copyright) om op te frissen (ondanks dat we er niet meer over schrijven, blijft het hier normaal om het zweet in straaltjes van je rug te voelen lopen 😀 ). In de avond bezoeken we de ‘Bat Cave’, Een grote grotspleet in een berg, waar in de schemering meer dan een miljoen vleermuizen tevoorschijn komen op zoek naar hun avondhapje. Gewapend met een fototoestel en een kokosnoot (om lekker leeg te drinken) zitten we klaar en na een tijdje wachten (en Omie die even belde dat ze moeten komen 😉 ) komen de vleermuizen uit de grot en waauw, wat een gewaarwording! Ze blijven maar komen, met honderden, duizenden tegelijk vliegen ze de grotspleet uit en dat ziet er een beetje uit als een enorme wespenzwerm. We proberen het vast te leggen, maar zoals dat vaker gaat met bewegende objecten is dat best lastig. Maar gelukkig hebben we de herinnering nog en duizend pogingen van foto’s en filmpjes 😉 .

Die avond eten we lekker met zijn tweetjes heerlijk Cambodjaans en duiken ons bedje in voor een kort nachtje want jahoor: de wekker gaat weer om 06:00…. toch begint het wel te wennen! Zo vroeg opstaan heeft zo zijn voordelen: zo ben je overal de eerste! Mijn ochtend begint helaas met migraine en aura (beeld dat wegvalt) en terwijl ik met mijn ogen dicht in de bus zit komt Omie met een tijgerbalsemachtige substantie aanzetten. Hij begint hard te drukken op mijn voorhoofd en voert een soort pijnlijk massage-achtig ritueel uit. Niet per se heel prettig, maar Omie lijkt te weten wat hij doet. Dit doet hij een minuutje of vijf, mijn gezicht ontspant in die tijd en na 5 minuten is mijn migraine compleet weg. Weg aura! Gewoon weg! Echt heel gek. Omie legt uit dat migraine te maken heeft met de bloeddoorstroming naar de hersenen en dat hij die door deze handeling gestimuleerd heeft. Hij geeft me oefeningen die ervoor zorgen dat de migraine nooit meer terug komt en ik krijg daarnaast kruidenpilletjes tegen de hoofdpijn en de balsem om te smeren. Wauw, hij is even mijn held na deze fantastische handelingen. Behalve een beetje wappie merk ik er niet veel meer van. En fit wil ik wel zijn, want we gaan vanmorgen namelijk met een ‘Bambootrain’ naar een lokaal dorpje. Dat is een zeer toffe belevenis. Zo’n trein wordt waar je bij staat volledig in elkaar gezet. Je hebt maar een paar dingen nodig:  een bamboo plaat van 2x1m2, twee wielen met een as, een motortje en een stok om te remmen. Vervolgens gaan we met een behoorlijke vaart over het enkelspoor naar onze bestemming. Het lijkt een beetje op een ritje in een achtbaan, inclusief de hobbels in de rails die we onderweg tegenkomen. Als we onderweg mensen tegenkomen, moet de groep die het kleinst is op dat moment afremmen, de trein van het spoor af halen en aan de kant gaan staan. Op dat moment kan de andere groep doorrijden, waarna zij zelf ook weer op het spoor hun eigen kant op gaan. Wij zijn met 29 echter de langste groep, en dus hoeven wij er nooit af! 🙂 Halverwege ons ritje zien we mensen werken aan een heuse weg die dwars over deze rails lijkt te gaan. Later vragen we aan Rocky wat dat te betekenen heeft, en het blijkt dat men een snelweg bouwt en de bambootrain wil laten verdwijnen. We duimen en hopen dat dat niet hoeft te gebeuren, want dit is zo tof!

Aangekomen in het dorpje krijgen we veel te zien van het leven van de locals. De kinderen verkopen hier armbandjes die ze zelf vlechten. Dit doen ze om te sparen voor hun schooluniform en voor 2 dollar krijgen we 5 bandjes. Meer dan 15 kinderen lopen met ons mee door het dorp in de hoop een bandje te verkopen en op advies van Omie verdelen wij ons met kopen tussen de kinderen. Je koopt een bandje voor jezelf en een voor de kinderen die overleden zijn in de Killing Fields om achter te laten. En dus nemen wij er tien, de kinderen blij achterlatend en ons kleine bloemetjes gevend. Wat een dotjes. In de middag bezoeken we een boeddhistisch klooster waar de monniken net begonnen zijn aan hun lunch. Zij eten enkel ’s ochtends om 05:00 en net voor de middag en daarna de rest van de dag niet meer. We voelen ons vereerd te mogen kijken in hun persoonlijke plaatsje dat overduidelijk gelukkig totaal niet toeristisch is. Ook mogen we kijken naar de meditatiestenen, waar sommige monniken soms wel dagen op mediteren. Het voelt als een zeer vredige plaats.

Rond 18:30 komen we aan in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Dat doet ons qua ontwikkeling een klein beetje denken aan India vorig jaar. Rocky vertelt ons dat Cambodja qua ontwikkeling ongeveer 30 jaar achterloopt op Thailand en dat is wel een klein beetje te zien. Gelukkig neemt het toerisme een vaart, waardoor de welvaart ook hier stijgt. We komen aan in ons hotel en in onze kamer blijkt dat we kleine huisdiertjes hebben: kakkerlakken. In de badkamer. Niet heel groot, maar kleintjes en een wat grotere. Ok, niet heel fijn, maar niet onoverkomelijk hoor. Flexibele mindset hè 😉 … Omie regelt dat er iemand komt kijken en een jongen met de insektekspray gaat 20 seconden lang rigoureus te keer en spuit onze hele badkamer onder met een chemisch goedje dat ruikt naar citronella. Drie seconden later komt hij de badkamer uit, sluit de deur spuit nog wat onder het bed en op de vloer en loopt dan de deur uit met de opmerking ’three minutes’, waarmee zeggend: drie minuten daar niet komen… bijzonder, want we zitten inmiddels zelf ook in het giftige spul dat hij net ook enthousiast onder ons bed gespoten heeft. Maar ach, care! Als die beestjes maar weg zijn en dat zijn ze!

Woensdagochtend bezoeken we het Royal Palace, wat als ik de foto’s mag geloven prachtig is. Helaas krijg ik er niet veel van mee omdat ik wederom migraine heb. En ondanks Omie’s verwoede pogingen vandaag wil het niet baten. Ik heb barstende hoofdpijn, doe mijn best mee te doen, maar helaas gaat dat niet zo best. De groep is heel zorgzaam en lief en vraagt steeds hoe het gaat en komt met allerlei supertips! Echt lief als er zoveel mensen voor je zorgen, maar op dat moment wil ik eigenlijk gewoon het liefst naar bed.. Basje zorgt voor een petje, shirtje en wat water en maakt foto’s zodat ik het paleis terug kan zien (waaauw prachtig was het!) en als de rest van de groep het nationaal museum bezoekt doe ik een dutje bij een cafeetje van een Limburger aan de overkant 🙂 Daarna gaat Bas migraine pilletjes halen bij een apotheek in de buurt en dat paardenmiddel is het eerste dat na vele pogingen begint te helpen.

Na al deze half-meegekregen activiteiten gaan we nu voor het echte serieuze programma van vandaag: voormalig gevangenis S-21 en de Killing Fields. Veel wist ik voorafgaand aan deze reis nog niet over de geschiedenis van Cambodja, maar deze plaatsen maken een indruk die ik nooit meer zal vergeten. In de jaren 70 bombardeert de US Cambodja tijdens de Vietnamoorlog. Dat drijft de Cambodjanen in de armen van de Rode Khmer (Khmer Rouge) die aan de macht probeert te komen. De leider van dit regime, Pot Pol, wil, om aan de macht te blijven, voorkomen dat slimme mensen zijn macht zullen ondermijnen. Op slinkse manier zorgt hij ervoor dat ruim 3 miljoen mensen in de periode van ruim 3 jaar vermoord worden, omdat zij een opleiding genoten hebben. Onder de visie ‘it’s easy to rule a country without education’ zoekt de Rode Khmer slimme opgeleide mensen (zoals doctoren, geleerden, rechters, advocaten, engineers etc.) die onder valse voorwendselen voor de regering zullen mogen werken. Het feit is alleen dat deze mensen niet gaan werken, maar gevangen gezet worden in S-21, een voormalige school die verdeeld is in zeer kleine cellen. Onder zeer erbarmelijke omstandigheden en met afgrijselijke lijfstraffen zoals waterboarden, ophangen aan de handen totdat ze flauwvallen, slaan met stokken, verdrinking worden zij gestraft, Met die straffen in het verschiet ondervroegen ze de mensen urenlang om nog meer mensen op te kunnen pakken en hele families te vermoorden. Alles met het doel de slimme mensen te vermoorden. De enige manier voor slimme mensen om te overleven was door te doen of zij dom waren. Die mensen, alsmede ook de monniken, moesten gaan werken in de boerensektor, land bewerken en gewassen laten groeien. Als ze er echter achter kwamen dat jij slimmer was dan je je voordeed, waren je dagen geteld. “Only the silent survive” is een mooie toepasselijke quote uit de film ‘Killing fields’ die we de dag ervoor zagen in de bus. In de kampen werden kinderen en volwassenen geïndoctrineerd om hun eigen familieleden te verraden en vermoorden. In het S-21-kamp zijn de foto’s van deze gruwelen en de mensen die ze hebben moeten ondergaan tentoongesteld. Mensen werden hier niet vermoord en hoewel veel mensen zelfmoord wilden plegen, werd dit ze onmogelijk gemaakt door het vastmaken van alle lichaamsdelen. Een munitiekist werd gebruikt voor zowel plassen als drinkwater. Het maakt een zeer diepe indruk, wat we daar zien en Bas en ik zijn er stil van. De rode Khmer heeft dit alles in stilte gedaan onder valse voorwendselen om te voorkomen dat bekend werd wat er allemaal gebeurde. In de middag bezoeken we de killing fields, de plaats waar mensen naartoe werden gebracht om vermoord te worden. En als ik vanmorgen onder de indruk was, dan wordt dat hier alleen nog maar heftiger. In het midden van de vrij vredig ogende plaats staat een grote stupa. Zoals in elke stupa worden hier resten van de crematie van een overledene gebracht, maar in deze stupa, waar we in kunnen, zijn ontelbaar veel schedels achter een glazen ruit te zien, tot hoog in de toren. Elke verdieping is verdeeld in secties, die aangeven of het mannen of vrouwen betreft, jong of oud. Elke schedel is gemarkeerd met een kleur sticker die aangeeft op welke manier de persoon om het leven is gekomen. Dat gaat van chemische behandeling tot de scherpe bladen van een palmboom die werden gebruikt om de keel door te snijden. Die laatste zorgde ervoor dat je niet gelijk dood was, maar nog een minuut of twee had om dood te bloeden en dus de pijn nog kon voelen. Het gebeurde ook met botte machetes, bamboestokken of ijzeren landbewerkgereedschap waarmee het hoofd ingeslagen werd. Jezus wat is dat heftig om te zien. Inmiddels zijn vele massagraven geopend om de dode geesten (boeddhisten geloven dat de geest van iemand rondwaart zolang hij niet gecremeerd is volgens een ritueel) een plekje te geven. Het is een plek om stil van de worden en vooral even niets te zeggen……

En dat doen we dus ook niet….

Steeds als het regent komen er nog steeds schedels, lichaamsdelen en kleding bovendrijven van deze gruwelen die nauwelijks 40 jaar geleden nog plaatsvonden, nog zo recent in de geschiedenis. En het is ook pas in 1998 dat definitief een einde kwam aan het regime van de rode Khmer. We komen langs massagraven van mannen, vrouwen, naakte vrouwen (kleding werd na de gruwelijke vermoording uitgedaan om aan nieuwe gevangenen te geven) en ook kinderen. Een boom verdient speciale aandacht in deze blog. De boom waartegen kinderen werden doodgeslagen. Zo koel en koud staat het ook op het bordje. Ik typ het nog een keer: de boom waartegen kinderen werden doodgeslagen. Mijn god, hoe kon zoiets in hemelsnaam oogluikend worden toegestaan, deze gruwelijkheden tegen de mensheid. Naast dit bijzondere plekje, waar honderdduizenden bandjes opgehangen worden, geven wij onze beider bandjes ook een plaatsje; om het niet te vergeten en even stil te staan bij wat meer dan drie miljoen mensen overkwam. Bijna een kwart van de bevolking van Cambodja werd uitgemoord in deze tijd. Verderop staat de magic tree, waar luidsprekers in hingen en harde geluiden afgespeeld werden zodat mensen in de omgeving de gruwelijke geluiden niet hoorden die de mensen die vermoord werden maakten. Onvoorstelbaar. We moeten dit even een plekje geven. Binnen de rode Khmer bestonden verschillende fracties en die waren het lang niet altijd met elkaar eens. Daarnaast wilden zij niet onderdoen voor elkaar, wat de gruwelijkheden nog meer in de hand werkte. Uiteindelijk werd Pot Pol in 1979 verdreven, maar het duurde nog tot 1998 voordat het regime definitief viel. Onze gids vertelt ons dat zelfs vandaag nog steeds niet iedereen terechtgesteld is voor zijn daden in die tijd. Sterker nog, hij vertelt ons dat in de regering nog steeds mensen zitten die de rode Khmer destijds steunden in hun wandaden en dat de vriendjespolitiek groter is dan ooit. Doktoren zijn corrupt en mensen durven niet naar de dokter te gaan uit angst dat deze hun andere dingen voorschrijft om geld te verdienen. Leerlingen moeten op school voor hun leraar betalen als ze les willen hebben en bedrijven uit buurlanden als China en Vietnam krijgen meer mogelijkheden van de regering om zich te vestigen in Cambodja. Nadat dat Cambodjanen van bijna al hun slimme mensen zijn verlost door het regime en deze weinige kansen die ze krijgen, vindt onze gids dat zijn land niet gesteund wordt door de regering. Ze zijn er niet voor de mensen, maar alleen voor hun eigen mensen. Wat heftig dat dit land nog steeds niet volledig vrij kan leven en zijn eigen land kan opbouwen. En wat tekent het deze mensen, dat eenieder uit Cambodja op zijn eigen manier zijn verhaal heeft bij dit vreselijke beleid. Je ziet dat de mensen van ver komen en nog ver moeten komen, maar de wil is er. Men is trots op Cambodja.

We sluiten deze dag af met een etentje op de riverfront samen met Denise en Nivard en praten na over de heftige dag. Morgen weer een reis voor de boeg. Dit keer naar Siem Reap, Angkor Wat waar we vast ook weer veel bijzondere dingen mee gaan maken. Cambodja is nu al zoveel meer dan ik ervan verwacht had, wat een land en wat een geschiedenis. Ik vind het zeer waardevol dat ik een deel van de geschiedenis van dit land nu beter begrijp en hoop dat zij dit nooit nooit meer mee hoeven te maken. Slaap lekker allemaal.

Share

3 Replies to “It’s easy to rule a country without education [Killing Fields; Battambang, Phnom Penh]”

  1. Wat een boeiend en duidelijk geschreven verhaal weer. Onvoorstelbare en afschuwelijke dingen zijn daar gebeurd. Gelukkig worden de komende dagen wat luchtiger, zodat jullie toch nog een beetje het echte vakantiegevoel kunnen krijgen (en dan hopelijk zonder migraine).

Laat een antwoord achter aan Wendy Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *