Cambodja is echt een fantastisch land! Wauw, wat verbaas ik me positief over hoe mooi, prettig, veilig land dit is. Vooraf had ik niet echt een beeld van Cambodja. Natuurlijk komen de meeste mensen in de basis voor Angkor Wat, maar wij hebben deze vakantie de mogelijkheid om wat meer van Cambodja te mogen zien en wat we zien bevalt me wel! 😀 Morgen vertrekken we weer terug naar Thailand, maar vanavond mogen we nog een avondje, nachtje en ochtendje genieten van Siem Reap. Letterlijk vertaald betekent dat ‘Thai – Platgewalst’, vrij vertaald naar ‘platgewalst door de Thai’. Siem Reap is de stad van Angkor  Wat, vorig jaar verkozen tot nummer 1 wereldwonder van UNESCO en wij gaan er naartoe!

Donderdagochtend vertrekken we weer vroeg vanuit Phnom Penh om naar Siem Reap te rijden, maar gelukkig doen we onderweg meer dan genoeg leuke plekjes aan om de reis minder ‘zwaar’ te maken. Als eerst stoppen we bij het ‘spider restaurant’, een open plaats waar de plaatselijke mensen allerlei delicatessen uit Cambodja mogen proberen. Er zijn gebakken spinnen, meelwormen, krekels, sprinkhanen, kakkerlakken en zelfs schorpioenen. Heel gek is dat alles in mijn hoofd op dat moment heel hard mentaal roept dat je dat niet gaat eten. Ik denk dat dat ook de grootste blokkade is bij mij. Als je het blind zou proeven, zou ik er waarschijnlijk totaal geen moeite mee hebben, maar als je het ziet is het toch een beetje gek. En terwijl ik in mijn mentale setting nog een blokkade probeer te overwinnen heeft Bas het eerste spinnenpootje in zijn mond. De durfal! Het blijkt naar nootjes te smaken en ik wil dan ook wel graag proberen. Ik begin met een meelwormpje, dat gelukkig al dood is. Ik eet het en behalve dat mijn hoofd zegt dat het vies is, valt het best wel behoorlijk mee! Goed te doen. Een spinnenpootje durf ik ook wel aan en smaakt inderdaad prima. Bas verorbert naast de pootjes ook gelijk het lijfje en de kop en ik ga door met de sprinkhaan en ook de schorpioen komt voor ons beiden aan bod. Een meisje in de buurt loopt rond met spinnen, Bas houdt de spin vast en ik durf hem te tolereren op mijn shirtje. Wel tof natuurlijk! Na een rit van een paar uurtjes komen we aan in Siem Reap, een toeristisch stadje wat er enorm gezellig uit ziet. Niets in dit stadje is hoger dan 3 verdiepingen, omdat besloten is dat geen enkel gebouw hoger mag zijn dan het meest heilige Angkor Wat. 

De volgende ochtend is het vreselijk vroeg, want met een select groepje (Denise, Nivard, Sven, Martine en Manuel) gaan we vandaag naar de sunrise bij Angkor Wat. Dat zit niet in het programma, maar was een grote wens van Bas en dus gaat om 04:00 de wekker 😐 . Na een lange douche (wakker worden) maken we een stil ritje (voor mij in ieder geval 😉 ) in de TukTuk. Gek eigenlijk dat je dan ineens midden in de nacht op pad bent in zo’n vreemde stad. Dat voelt echt wel bijzonder. Het is donker, maar voelt wel vertrouwd. Her en der zijn nog wat mensen wakker en langzaam maar zeker zien we steeds meer lichtjes voor ons en TukTuks die zich bij ons voegen om uiteindelijk rond 05:00 aan te komen bij de ingang van Angkor Wat. Het is nog volledig donker, en de weg zoeken is een kleine uitdaging. Je ogen raken gewend aan het donker en we zien op de achtergrond al wat silhouetten. Warm is het al wel en het zweet staat ook als de zon nog niet te zien is gewoon op je voorhoofd en armen. Het is dat ik het glimmende oppervlak van mijn armen niet kan zien, maar het is nu zeker al rond de 30 graden! En dan lopen we door de ingangspoort en zie ik een heeeel licht randje aan de horizon dat zich vouwt om drie reusachtige bijenkorfvormige torens. We zoeken de ons geadviseerde plaatsen op aan het water en hebben gelukkig geen mensen voor ons staan. En dan is het wachten, tot het steeds lichter wordt en de hindoeïstische tempel Angkor Wat tevoorschijn komt en wauuuuuuw, wat een prachtig gezicht is dat. Waarschijnlijk heb ik wel 200 foto’s die bijna het zelfde zijn, maar dan net iets meer licht, want dit is met recht een wereldwonder. PRACHTIG! Het wordt steeds lichter en langzaam kunnen we zelfs zien hoe de tempel er uit ziet. Het schijnt dat de tempel op verschillende momenten van de dag er anders uit ziet en dat komt goed uit, want de rest van de groep arriveert rond 8:00 en vanmiddag zullen we Angkor Wat nog eens aandoen met hen. We eten dus ons heerlijk verzorgde meeneemontbijtje uit het hotel op en Bas en ik gaan nog even op zoek naar twee geocaches (midden in Angkor Wat ligt er 1 😐 ; bijzonder dat ie nog niet weg is hè…). We kijken niet teveel rond, want vanmiddag komen we hier nog eens en lopen naar het noorden voor de tweede cache. Die ligt iets buiten de tempel en 300 meter verderop is helemaal zonder toeristen de ‘North Gate’, een prachtige poort met een gesloten kanaal (zodat Angkor Wat nooit onder zal lopen) er omheen die in een vierkant om de tempel heen ligt. In dit ochtendlicht is het hier genieten, en zeker zonder al die vele mensen hier. We lopen terug naar de groep, hangen wat rond wat vroeger de ‘bibliotheek’ is geweest en lopen dan terug naar de groep, die rond 8:30 arriveren bij Angkor Thom. Angkor Thom was vroeger een stad, gebouwd door de toenmalige koning. Verschillende tempels zijn voor verschillende redenen gebouwd en de Bayon in het midden is een erg grote en bijzondere. Van veraf oogt het een beetje grillig, maar van dichtbij zie je de prachtige details van de tempels, waar elke steen nog duidelijk te zien is. In de tempel die uit drie verdiepingen bestaat zijn 54 torens te zien met aan vier zijden steeds een gezicht, waarmee in totaal 216 gezichten in de tempel te zien zijn. Het is een prachtig indrukwekkend gezicht en ondanks het zweet dat langs eenieders rug naar beneden stroomt (ja ik lieg echt niet, stroomt!), is het werkelijk prachtig en wonderschoon. Het complex is wel behoorlijk beschadigd door de jaren heen, maar de tekeningen en inscripties zijn nog goed te zien. Houten trappen zijn over de oorspronkelijke trappen heen gebouwd om de tempel te sparen.. Rocky legt de taferelen uit en we wandelen even later langs verschillende andere tempels, die steeds een eindje uit elkaar liggen en ook langs het olifantenterras waar we in een muur allerlei olifantentekeningen kunnen zien. Ik lieg niet als ik zeg dat ik denk dat dit de warmste dag is en met een gevoelstemperatuur van boven de 40 graden kunnen we iets later weer ons airco busje in, mijn tweede drinkflesje wordt aangebroken. Dit tempelcomplex is zo groot dat je het niet kunt lopen en dus rijden we een stuk naar Ta Prohm. Die naam zegt je wellicht niet veel, maar een deel van de film ‘Tomb Raider’ is hier opgenomen. Deze wederom perfect symmetrische tempel is weer compleet anders dan de vorige, omdat de bomen de tempel overgroeid hebben. Dit is een prachtig gezicht, omdat mensheid en natuur hier mooi samen gaan, vertelt Rocky. Een deel van deze tempel is gesloopt door de Khmer rouge, om de religie uit te bannen. Vele Boeddhabeelden zijn daarom dus vernield en hebben geen hoofd meer. Met de Unesco-gelden proberen ze deze in de originele staat te herstellen. Veel stenen liggen dus nog overal verspreid, omdat er nog niet genoeg geld is om alles in 1x opnieuw op te bouwen. Sommige delen van de tempel moeten gestut worden, omdat ze door de wurgvijg overgroeid zijn. We stappen even over een padje langs de zijkant, want Rocky wil niet over een stukje land lopen, omdat daar recent een landmijn is opgegraven. In de oorlog, waar ik eerder al over schreef, zijn ontelbaar veel mijnen begraven en lang niet al deze mijnen zijn al opgegraven. Sommige gebieden zijn mijnvrij verklaard, omdat mensen ze helemaal gecontroleerd hebben. Bij deze tempel is dat het geval, maar toch loopt Rocky er voor de zekerheid toch maar niet overheen, wat ik kan begrijpen. Naar alle waarschijnlijkheid liggen er in Cambodja nog zo’n 20.000 mijnen begraven. Een opvallend item in deze tempel is de aanwezigheid van een dinosaurusrelief, waarvan niemand de aanwezigheid door de tijd heeft kunnen verklaren.  Nadat we de volledige tempel bezichtigd  hebben, zoeken Bas en ik nog even een geocache (waauw, met al die toeristen ligt hier gewoon een geocache!). 

Na de lunch gaan we opnieuw naar Angkor Wat, prachtig om hier nog een keer te zijn en het ziet er inderdaad anders uit dan in de ochtend. Angkor Wat is in het vroege Cambodja gebouwd door de koning van die tijd. Het is niet meer volledig intact, maar heeft 9 bijenkorfvormige punten die symmetrisch gebouwd zijn. Elk van deze punten staat voor 1 van de 9 planeten in het zonnestelsel. Rocky vertelt ons dat Angkor Wat in drie verdiepingen verdeeld is: underworld (voor de ‘punishment’ en de mensen onder water), wereld (voor ons) en hemel (voor de spirit, religie en om nirwana te bereiken). In totaal zijn er 32 treden naar reincaranatie voordat je ‘enlightment’, het ultiem haalbare, bereikt hebt. In het hindoeïsme en boeddhisme komt dit vrij goed overeen. Exact in het midden van de tempel legt Rocky zijn telefoon op de grond met het kompas aan. Deze tempel is naast perfect symmetrisch ook precies in alle windrichtingen goed gebouwd en elke punt wijst precies een windrichting op.  Dat verklaart ook waarom we vanmorgen een cache gedaan hebben bij de ‘North Gate’. Dat is dan ook exact het noorden. We laten ons zegenen door een Cambodjaanse monnik met een nieuw touwtje en krijgen lotuswater in ons gezicht gesproeid. Het is een bijzonder ritueel en voelt erg goed. Ook Omie bevestigt dat door het je laten zegenen het doneren van wat geld voor het onderhoud de monnik je van kwade geesten verlost. Als je in je vorig leven niet goed gedaan hebt, heb je daar in je huidig leven last van. Door goed te doen verlos je je van die kwade geesten en door wat geld te doneren doe je iets goeds voor de tempel en verdien je dus meer goedheid. We hebben nu dus een arm vol met goedheid 😀 . We besluiten ondanks de liters verloren vocht en de warmte toch nog wat steile treden te beklimmen naar het bovenste platform van de tempel. De treden zijn enorm steil, maar de weg naar de hemel hoeft dan ook niet gemakkelijk te zijn; je mag er best een beetje voor werken, zegt Rocky. Boven in de hemel zijn de vier windrichtingen weer uitgebeeld en exact in het midden waaronder Rocky zijn telefoon weglegde een verdieping lager, staat de hoogste top van Angkor Wat. Aan elke windrichting is een Boeddha geplaatst, waar allerlei mooie lotussen, versiersels, kleding en wierook geplaatst is. Wat zorgen ze hier toch goed voor de boeddha’s! We genieten van het uitzicht, klimmen naar beneden, maken een foto voor de tempel en veel te snel is het alweer tijd om te gaan. Ondanks de warmte hadden we hier nog wel even willen vertoeven! Terug in het hotel rusten we even uit en duiken het zwembad in om eventjes af te koelen. Altijd lekker 🙂

De dag er op bezoeken we een lotuskwekerij. Supertof, overal waar het oog rijkt: water met daarin lotussen; open, dicht, uitgebloeid, in volle bloei…. we mogen de zaden, die te eten zijn, proeven en krijgen ook zaden mee om thuis te kunnen planten (wij zijn natuurlijk super enthousiast!) en genieten van de oprechte rust die hier heerst. De houten steigers waarover we lopen vormen een smal paadje om een rondje over de kwekerij te wandelen en ik vouw een lotusbloem. Het voelt hier sereen en ik geniet echt enorm. Prachtige huisjes die de cultuur van Cambodja recht doen. Veel te snel moeten we helaas alweer door, op weg naar de floating village, een dorp dat volledig drijft. Ieder huisje drijft in het water en zo heb je dus een supermarkt, een tankstation, een school, maar ook bijvoorbeeld een kapper. Elk huisje drijft op een stel tonnen, waar een houten plateau op gemaakt is en daar weer het huis op gebouwd. Het is eigenlijk net als bij ons, maar dan zijn de wegen vervangen door water. Iedereen heeft zijn eigen bootje om te komen waar ze moeten zijn en het ziet er uit als een bijzonder geheel. Wij varen er met onze boot langs en het is bijzonder om te zien dat deze mensen hun eigen broek ophouden, ze zijn volledig zelfvoorzienend, niet afhankelijk van anderen; maar hebben daar hun eigen mini-maatschappij. En het voordeel is ook nog dat je je tuin niet hoeft te onderhouden hahaha (of een bootje ernaast met een tuintje 🙂 ). We meren aan bij een krokodillenkwekerij (ook midden in het water op een bootje) en voor ik de boot af ben heeft Bas alweer een reuzepython om zijn nek. Die jongen is toch zo dol op dieren hè 😉 . Ik maak een foto, durf het zelf ook wel aan en schrik even van een wilde beweging van het beestje. Een mooie foto verder en dan gaan we nog even mini-krokodilletjes kijken. We mogen ook krokodillen- en slangenvlees proberen en dat is reuze lekker! Toch leuk om eens te proberen. 😀 De kinderen, aanwezig op de boot geven ons een ongevraagde harde massage (maar vragen wel 1 dollar naderhand 🙂 ), en proberen dingetjes te verkopen om schoolgeld te verzamelen en afhankelijk van hoeveel geld zij hebben gaan ze naar de katholieke school (arm) of de boeddhistische school (iets minder arm). 80% van deze gemeenschap is arm en maar liefst 40% van de totale bevolking in Cambodja is analfabeet. Het gekke is dat je hier niet echt iets ziet van de vele armheidsplannen zoals Unicef, om de bevolking te helpen. Deze mensen redden zichzelf wel. Iedereen houdt zijn eigen broek op, want er bestaat gewoon simpelweg niet zoiets als een vangnet hier. En daardoor moeten ze gewoon allemaal, zonder uitzondering, voor zichzelf zorgen. Ondanks dat proeven we hier een enorm relaxt gevoel van geluk. De mensen lijken in geen enkel opzicht minder gelukkig en soms wel gelukkiger zelfs dan wij Nederlands (altijd maar meer willen) en ik vind het goed dat we ons daar even bewust van worden. Want wat hebben wij eigenlijk en hoe dankbaar zijn wij daarvoor? Het is allemaal zo gewoon en vanzelfsprekend in Nederland. Als ik mensen om mij heen vraag of ze trots zijn op Nederland krijg ik twijfelachtige antwoorden, vaak in de trend van ‘niet zo speciaal’ en ‘niet bijzonder’. Als ik Rocky, maar ook de plaatselijke gids in Phnom Penh hoor praten hoor ik, ondanks het feit dat ze terecht kritisch zijn over verschillende zaken in Cambodja, wel enorm veel trots voor hun land. Trots dat ze in deze korte periode na de oorlog zoveel hebben kunnen opbouwen en dat ze een land in groei zijn. Je ziet het ook aan hun gezichten als ze er over praten. En wij zijn ook een beetje verliefd geworden op Cambodja, want wat een prachtig en nog ongerept land is dit. Hier zie je de mensen nog zoals ze zijn en leven en niet zoals ze door toeristen zijn geworden. Ze zijn nog echt, leven nog hun leven. En wat hebben zij veel te bieden. Hopelijk kunnen zij de groei zoals die is ingezet, de komende jaren doorzetten – zodat ze een beetje mee kunnen gaan doen, zodat ze uit de greep van landen zoals Vietnam en China kunnen komen, die hier overal nog een zeer grote vinger in de pap hebben, niet meer gedomineerd en geslachtofferd worden door de buurlanden. Dat hangt allemaal af van het beleid van de regering en de wil van de mensen, maar best kans dat dit wonderschone land er over 20 jaar heel anders uit ziet. Fijn dat wij het daarom nu al gezien hebben. We genieten van onze laatste avond in Siem Reap en kletsen na over de vele indrukken die we opgedaan hebben en de inzichten die we gevonden hebben. 

Vanmorgen was het alweer tijd om de grens naar Thailand terug over te steken. We nemen afscheid van Rocky, onze Cambodjaanse gids, die ons een weekje begeleid heeft en ons de prachtige delen van zijn land heeft laten zien. Dit land heeft ons zoveel moois gegeven dat we vooraf niet verwacht hadden. Wauw, super fijn. Veel te snel verlaten we het land alweer. Gelukkig zijn er nog 2 daagjes in het verschiet in Pattaya, Thailand, om lekker te relaxen en een keertje uit te slapen na deze intensieve indrukwekkende dagen. Wat is dit een toffe reis! Volop genieten. Tot in Pattaya! X

Share

2 Replies to “Verliefd op Cambodja [Siem Reap]”

  1. Hoi Ine en Bas,

    Het was weer fantastisch wat je ons heeft laten lezen.
    Het is of wij er zelf bij waren.
    Groeten van oma en opa.

  2. Bedankt voor het delen in schriftvorm! Geniet ik ook, samen met jullie mee, met deze mooie speciale reis. Groetjes, en nu lekker relaxen. Zijn jullie wel aan toe, denk ik zo! 🍀👍😁🌴🍸🏊‍♀️🏊

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *