Dit jaar hoef ik niet te bloggen tijdens de skivakantie dacht ik nog. Dit is immers mijn 4e week skivakantie en waar ik jaren eerder honderden woorden gebruikt heb om aan te duiden hoe ik als van oorsprong kamikazepiloot de pistes leerde te bedwingen en met mooie woorden de onbeschrijflijke bergen probeerde te pakken in een verhaal, is dit inmiddels niet zo nieuw meer. Nog steeds voelt het wel net zo gaaf en stoer om die twee latten onder controle te kunnen houden en misschien nog wel meer genieten van heerlijk weer, ontzettend gezellige mensen en zonovergoten dagen in ons skigebied waardoor je je een machtige reus voelt bovenop die hoge bergen!

Nee, whats new, een blog schrijven voegt niet veel meer toe aan de al geschreven blogs en het benoemen van de pistenummers die ik dit keer afgezoefd ben zou enkel een stoer verhaal opleveren over enkele zwarte pistes die ik overleefd heb en dat ik dat kickass stoer vond van mezelf. 😎💪

Maar nu dan toch een blog Ine… je zou zeggen: dat kan alleen maar zijn omdat je iets bijzonders meegemaakt hebt!
En jahoor, inderdaad! Helaas niet leuk, maar een belevenis kun je het wel noemen

Maandagavond zaten mam en ik aan een spelletje SkipBo; een leuk vermakelijk spelletje, gaat nergens over, maar de grootste lol om niks, zoals dat eigenlijk tot nu toe de hele vakantie al lekker gaat. Ineens zegt mama dat ze oculaire migraine krijgt en gaat even liggen. Gebeurt wel vaker, heb het zelf ook en na een paar nachten slecht slapen en veel spanning voor het skiën snap ik dat helemaal en ze kruipt lekker onder de wol.

De volgende dag, bij het opstaan, is het zicht nog niet beter en ze beschrijft een soort spinnenweb over haar linkeroog. Stoer als ze is gaat ze wel voor het eerst in haar leven van een oefenpiste naar de werkelijke piste ondanks het slechte zicht. Je moet toch immers een keer op de berg geweest zijn!

Mama’s supportteam

Ze valt een paar keer wat wat last aan de knie veroorzaakt, maar verder gaat alles prima-behalve dat zicht; dat komt niet terug.
Ik vind de migraine intussen wel erg lang duren, maar goed: een nachtje goed slapen helpt wellicht.

Woensdagochtend is het nog niet over en het zit me niet lekker. Mam vraagt Arie een afspraak bij de oogarts te maken als we terug zijn, ze gaat begrijpelijk niet mee de piste op en terwijl ze een dagje wil rommelen in het appartement ga ik de piste op. De man van een van mijn groepsgenoten is arts en ik kan het niet laten om toch even de symptomen te beschrijven die mama ziet: spinneweb, sliertjes door het oog en kijken alsof je door een wazig gordijn heen moet kijken. De beste man is natuurlijk ook op vakantie, maar zegt ons dat oculair migraine eigenlijk maximaal een uur mag duren en dat datgene wat ik beschrijf meer lijkt op een netvliesloslating…


Ajjj, das andere koek. Ik was er al een klein beetje bang voor dat het iets ernstigers aan de hand zou kunnen zijn. Ik bel mama dat we misschien toch even naar het ziekenhuis moeten gaan en na een paar pistes en contact met de European Health Insurance Company weten we helemaal zeker dat we naar het ziekenhuis toe moeten. Ik verbeter mijn snelheidsrecord van de piste naar het dorp terug, ontdek dat je ook zonder gevoel in je voeten met skischoenen aan kunt rennen over hobbelige keitjes. In Susa, 45 minuten verderop, ligt het dichtstbijzijnde ziekenhuis en we laten de lokale gids van Skifest een taxi voor ons regelen.

En daar begint de afhankelijkheid. De taxichauffeur spreekt enkele woordjes Engels en aangekomen in Susa spreekt hij een klein beetje met de receptioniste bij de ‘Pronto Soccorso’ (Spoedeisende hulp). Er moeten allerlei formuliertjes ingevuld worden en terwijl ik mama’s telefoon bij houd om even ons te redden met de translator wordt mama ineens al meegenomen. Terwijl de taxichauffeur vertrekt en ik de laatste papieren invul is mama al verdwenen. Ik sta in mijn handen met haar telefoon en zorgpas, maar geen mama te bekennen. Ik neem dan maar plaats in de stinkende wachtkamer met twee zwervers op links, wat gelige klapstoeltjes en een heleboel Italiaanse termen aan de muur die ik niet kan lezen.
De eerste regel die ik altijd van mama leerde als we in een onbekend land waren was: blijf bij elkaar. En nu zit ik hier, alleen. Geen idee waar mama is, die ik ook niet kan bellen omdat ik haar telefoon in mijn handen heb en zich waarschijnlijk in het Italiaans al net zo slecht kan redden als ik. Ik voel even aan de deur waardoor ze waarschijnlijk vertrokken is, maar nee die kan niet open.
Ik begin in paniek te raken en begin een beetje te huilen. De spanning wordt me even teveel na al deze uurtjes en we zijn hier overgeleverd aan een Italiaans ziekenhuis waar NIEMAND Engels spreekt.
Mijn huilen begint langzaam over te gaan in brullen, en niemand die even komt vragen wat er is, want tja, ze spreken mijn taal waarschijnlijk ook niet… Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen en weer even realistisch na te denken. Ok, we zijn nu hier. Ze gaan mama helpen, het komt wel goed. Een krap half uurtje later komen twee verpleegsters me halen. Zonder iets te zeggen nemen ze me het halve ziekenhuis mee door tot we in een klein donker kamertje aankomen.
In een kamer staan een tiental het lijkt wel middeleeuwse werktuigjes uitgestald. Een klein oud vrouwtje met een wollen trui aan, leesbril op en twee lege papieren bekertjes voor haar op tafel schudt me de hand en daar zit gelukkig mama naast! Even kroelen! Wat ben ik blij haar weer terug te zien.
Mam heeft intussen vloeistof in haar ogen gekregen om de pupil te verwijden en ze houdt een pollepelvormig zaklampje pal voor haar oog. Op amper 3 cm afstand kijkt ze er zelf meerdere malen doorheen. Dan moet mama letters lezen met een soort provisorische bril met een glaasje er in dat het ene oog afdekt. Maar ja, mama ziet helemaal niets door dat oog, dus ook de grote letters zijn niet te lezen. De vrouw spreekt geen woord Engels, dus Google translate vormt een stil gesprek tussen ons. Helaas is de translator niet helemaal correct en daardoor is het onbegrijpelijk wat ze nu eigenlijk wil.
We worden verzocht weer op te staan en worden terug meegenomen naar de receptie, waar een aardige verpleegkundige die enkele woordjes Engels spreekt vertelt dat we naar Turijn gebracht worden, omdat ze daar specialisten op dit gebied hebben. Wat was deze mevrouw dan?! Maar Turijn?! Waarom moeten we helemaal naar Turijn dan?! Dat wordt nooit helemaal duidelijk, maar vervoer wordt geregeld…
Met de ambulance worden we naar Turijn gebracht, een aardige ambulancechauffeur begeleidt ons.

Escort mobiele ambulancebrigade

Ook hij spreekt geen woord Engels, dus met handen en voeten; pizza, spaghetti, arriverdeci en grazie krijgen we uitgelegd dat we dus geen Italiaans spreken. Ach, zo maak je nog eens wat mee: hoe vaak wordt je nou met een ambulance ergens naartoe gebracht en zie je twee ziekenhuizen en plaatsen in 1 dag?! Je zou bijna zeggen dat we geluk hebben tijdens onze skivakantie zoveel plaatsen aan te doen en als het niet voor zo’n ernstig doel was, zouden we er misschien wat meer van genoten hebben.

Aangekomen in Turijn op de eerste hulp zit een zaal vol met mensen, en we grappen nog wat over dat de mensen hier al overleden zijn voor ze geholpen zijn.

1e hulp, of 2e-,3e-,5e- of 25e hulp

De wc heeft al een tijdje geen schoonmaakbeurt gehad en de hele ervaring draagt niet bij aan het steriele gevoel, maar ach: we mogen niet klagen; we zijn in een ziekenhuis. Het blijkt een speciaal oogziekenhuis te zijn en ook hier: geen Engels! Zodra je je vakantieplaatsje uit bent moet je jezelf maar redden…

Je denkt dat je als Nederlander toch wel een pakketje met talen hebt waarmee je jezelf verstaanbaar kunt maken in de wereld en dat is ook wel aardig zo. Overal waar ik ter wereld ben geweest: in India, Nepal, Thailand, Cambodja, Indonesië; overal kom je er wel uit met Engels of wellicht een beetje Frans. Maar hier, in Turijn; een van de grotere plaatsen van Italië, ben je gewoon niet te helpen als je geen Italiaans spreekt. Onvoorstelbaar. En tja, aangezien ons Italiaans niet verder gaat dan spaghetti, arriverderci en Caio, is het dan een lastig verhaal.

De ambulancebroeder moet op ons wachten om terug te brengen naar Susa en dus zet hij er een beetje vaart achter. Geeft ons het gevoel dat de buitenlanders hier sneller geholpen worden dan de eigen bevolking, wellicht doordat ze weten dat ze van onze verzekering het geld wel krijgen. Mensen met wat meer geld ontwijken wellicht de staatsziekenhuizen voor privéklinieken.
Niet veel later mogen we gegevens opnieuw opgeven en krijgt een lokale optometrist ruzie met een ondersteuner over wie ons geholpen heeft in Susa. Of althans, dat maken wij op uit zijn toon. Geen idee of dat zo is, want tja we spreken dus geen woord Italiaans. En weer staan we in een soort van gangetje onhandig in de weg te wachten tot iemand ons meeneemt. Dat gebeurt even later als we een oude man (nota bene met labjas aan: de eerste van vandaag) ons meeneemt. Hij spreekt enkele woordjes Engels en we begrijpen dat mama een scheur in het netvlies heeft en binnen 15-20 minuutjes gelaserd gaat worden. Dat maken we overigens met name op uit Google waar we op ‘laseren oog’ veel nuttige info vinden. Ok heavy, maar wel fijn dat er eindelijk iets duidelijk is en er ook iets gaat gebeuren, we zijn hier in ieder geval niet voor niets… We mogen nog even plaatsnemen in de wachtkamer, waar dezelfde mensen nog steeds zitten te wachten op eerste, tweede, derde of tiende hulp… Even later nemen we samen met de zuster en de arts de lift naar een, het lijkt, verlaten afdeling in het ziekenhuis. De lichten worden aangedaan en op links zijn twee kamertjes waarop ‘Argon-laser’ en Yag-laser staat. Het is even zoeken naar de juiste sleutel van de kamer (de dokter zoekt fervent in zijn sleutelbos), waarna mama mee mag en een verklaring in het Italiaans moet tekenen. Een kamer verder wordt ze vastgebonden aan een apparaat en gaat de dokter aan de slag met de laser. Ik mag buiten blijven wachten op een oranjekleurig plastic stoeltje.


Even later blijkt dat de dokter de operatie niet kan voltooien, omdat er teveel bloed in het oog zit. We moeten vrijdag terugkomen. Dat is even balen, want weer twee uur in de auto naar Turijn en ons verstaanbaar maken in dit ziekenhuis is niet onze hobby, maar het is niet anders. Wanneer we moeten komen: “oh tussen 9 en 10 ofzo…”; de Italianen nemen het niet zo nauw met de tijd. En daar zitten we dan weer, in een achterafkamertje waar we even later worden opgehaald door de ambulancebroeder die ons veel probeert duidelijk te maken in het Italiaans, waar wij natuurlijk helemaal niets van begrijpen.
Hij brengt ons terug naar Susa en onderweg contact ik de taxi-chauffeur die ons heen gebracht heeft of hij ons weer terug kan brengen naar Sauze d’Oulx.

Dat kan en na terugbrengen naar Sauze mogen we ook daarvoor weer EUR 75,— aftikken (alleen het taxiritje terug). We reserveren alvast de taxi voor vrijdag naar Turijn en terug (EUR 180 + EUR 180) en dan zit deze stressvolle vermoeiende dag er op.
We kletsen nog wat met onze groep in La Grotte, eten een pizza Calzone en kruipen dan lekker onder de wol. Deze dag was intensief genoeg.


Vrijdagochtend weer terug en wat een geluk hebben we met onze taxichauffeur. Hij brengt ons voor een hele duit €180 heen naar Turijn en daar aangekomen is het lang wachten. We weten niet waar we ons moeten melden, er is niet echt een balie ofzo, als een oudere vrouw ons wijst op het nummertjesapparaat. Als we even later een bekende assistente zien melden we ons toch maar even bij haar. Even voor 11:00 komen we bij de totaal geen Engels-sprekende oogarts. Het bloed is voldoende weggetrokken uit het oog en mama krijgt druppels om de pupil te vergroten. We denken dat het zo over zal zijn en we mogen gaan laseren. We wachten 15 min, 30 min… 45 min… ruim een uur. Als ik besluit maar eens met Google translate te vragen hoe lang het nog gaat duren, blijkt dat de laser nog wel enkele uren zal duren-vanwege de drukte. Ik begin de moed hier een beetje op te geven en we overwegen tot maandag in NL te wachten. Ik besluit onze taxichauffeur (die al 3 uur op ons aan het wachten is) te vragen wat we het best kunnen doen en hij besluit te helpen en te tolken. Hij benoemt zelf ook dat er geen taxichauffeur is die we hier kunnen vragen terug te rijden, want ook hier spreekt niemand Engels. En met de taxichauffeur zijn er ook in het ziekenhuis ineens legio meer mogelijkheden. Hij gaat mee naar de laser met mama ipv ik, zodat hij kan vertalen en ineens is alles zo gepiept. Zo in dit verhaaltje klinkt het als een peulenschil, maar het voelde als een ware hel. Afhankelijk, onmachtig…

Even voor twee zijn we weer terug in ons appartement en €500 armer, maar alles is gelukkig goed gegaan en mama zou weer moeten kunnen zien binnen een dag of 3/4. Maandag wel naar de Nederlandse oogarts, om toch even te controleren of alles goed gegaan is!

In de tussentijd genieten we nog even volop van de sneeuw, het uitzicht, het lekkere eten, de gezelligheid en het mooie weer, want ondanks deze vervelende tegenslag voor mama hebben we wel een werkelijk heerlijke week vakantie samen gehad! Het was genieten, verder is alles goed gegaan en het was keigezellig. Ik heb er erg van genoten! Zo wordt je vakantie in ieder geval nooit saai 😉😇😅

Dus hierbij: mam! Bedankt voor de super gezelllige vakantie samen 😘😘😘 (Spelletje SkipBo dan maar?!🤣😉😝)

En ook aan alle gezellige mensen, waaronder Sabrine, Erigo, Saskia, Wim, Sarah, Francis, Marjolein, bedankt voor de topweek!😁

Hieronder nog wat fotootjes om na te genieten:

Share

2 Replies to “Je gaat op wintersport en komt terug met een netvliesscheur”

  1. Ken het hele probleem alleen ik had het “ gelukkig” in Nederland, iets makkelijker verstaanbaar maar Claudia heel veel sterkte.

Laat een antwoord achter aan Wendy Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *