Laatste dagje in Hoi An voor we vrijdag vliegen naar Ho Chi Minh City. Vandaag daarom nog een excursie gepland naar hindoeïstisch tempelcomplex My Son, nog even een tweede doorpassessie en een poepbroek tot aan z’n rug in een lunchplekje waar verschonen nauwelijks een optie was. Maar ook nog wel een lekkere streetfoodavond! Een bijzonder enerverende laatste dag in Hoi An.

My Son

We starten de dag veel te vroeg vandaag, al om 06:15, omdat we vanmorgen op pad gaan met Khanh naar Mỹ Sơn; een hindoeïstisch tempelcomplex uit de 4e eeuw, midden in de jungle, waar de Cham hun goden vereerden. Bijna 70 tempels werden tussen de 4e en 13e eeuw gebouwd op deze plaats, omdat zij geloofden dat hier 3 belangrijke dingen samen kwamen: de heilige berg, het heilige water en de heilige grond. My Son betekent dan ook niet, zoals je misschien zou denken ‘Mijn zoon’, maar je spreekt het uit als ‘Mi Son’; wat vrij vertaald ‘prachtige berg’ betekent. De grap die ik tegen Bas vervolgens maak over of ‘mi-hoen’ dan een ‘prachtige kip’ is, zorgt dat hij van binnen onmiddellijk sterft. Hij moest er niet om lachen, maar ik lig uiteraard helemaal dubbel. 😁 Zeg nou zelf, jullie moesten toch ook even gniffelen?! Toch? Toch?!😉

Ondanks het feit dat de Cham 70 tempels bouwden (eerst van hout, daarna van terracotta, daarna van stenen), zijn er helaas nog slechts 20 overgebleven. Tijdens de Vietnamoorlog is dit tempelcomplex enorm gebombardeerd, wat ook nog overduidelijk te zien is aan de enorme bomkraters die soms vlak naast de tempels enorme grote ronde diepe gaten vormen. Daarnaast waren er veel mijnen in deze omgeving geplaatst, waardoor we her en der ook bordjes zien staan dat we het pad niet mogen verlaten. Dus dat doen we dan ook maar veilig niet haha. Khanh vertelt ons dat dat is, omdat de mijnen nog niet overal opgespoord zijn en het dus gevaarlijk is de gebaande paden te verlaten. De tempels zijn onderverdeeld in groepen met alfabetische letters, waarbij de BCD-groep eigenlijk nog het grootste geheel vormt. Tempel D is daarvan het meest beschadigd; enkel de fundering en de onderste basis is nog zichtbaar. Toen de chamdeskundige Philippe Stern na de verwoestingen door het bommenwerpen van Amerika, waardoor al 50 tempels werden verwoest, zijn beklag deed bij de Amerikaanse autoriteiten, wegens het belang van het niet verder verwoesten van het eeuwenoude erfgoed, werd er uiteindelijk in 1971 naar hem geluisterd en er voorkomen dat ook de tempelgroepen BCD volledig verwoest zouden worden.

De tempels zijn gewijd aan de (ons dankzij India welbekende ) goden Brahma, Vishnu en Shiva en elke tempel bestaat uit een meditatieplek, een poort en de tempel zelf, met daarin altijd een shivalingam (herinneren jullie het je nog?: een verbeelding van de schepping met een met Shiva in verband gebracht fallussymbool in of boven de yoni; een symbool voor de godin. Over de lingam werd water gegoten dat door een tuit over de yoni liep). Lang verhaal kort: de vrouw en de man komen samen in dat symbool. Ik kan altijd erg genieten van hindoetempels, omdat overal zo ontzettend over nagedacht is. Er zit zo’n grote cultuur achter en dat inspireerde me in India destijds ook al ontzettend. De tempels hier zijn enigszins geïnspireerd op Angkor Wat (waar we natuurlijk ook geweest zijn), maar toch ook wel echt weer anders. Bovenop groeit mos en groen wat het een beetje een ruïne-achtige aanblik geeft (terwijl ik dit voorlees geeft Bas de feedback dat het ook ruïnes zijn; dus bij deze haha). Met daarbij de bomkraters naast de verschillende tempels, maar ook de uitgeslagen stukken muur en de kogelgaten is het een indrukwekkend geheel om te zien. Blij dat we besloten hebben deze excursie te doen.

Tijdens de oorlog zijn er dus 50 tempels dusdanig beschadigd geraakt dat het niet meer de moeite is om ze te bezichtigen. Doordat dit gebied echter in 1999 UNESCO Werelderfgoed is geworden en er entreegeld gevraagd wordt, is er geld ter beschikking gesteld om een deel van de tempels weder op te bouwen. Met de hulp van Franse architecten en Indiase tempelkenners worden de tempels stapje voor stapje herbouwd, zodat je een beeld krijgt van hoe ze er ooit uit zagen. En dat gebeurt met echte precisie en kennis en kost dus veel tijd (en geld). Het proces gaat dus langzaam, maar een deel van het resultaat kunnen we al zien bij groep A en F, waar echt al stukken tempel verrezen zijn. Tegelijkertijd zien we ook tempels die ondersteund worden met steigers, om te voorkomen dat ze verder instorten.

Na twee uur rondwandelen door het jungle-achtig terrein zijn we helemaal doorweekt. Niet omdat het regent, maar omdat de luchtvochtigheid hier en vandaag zo hoog is dat je instant gaat zweten. Daardoor zijn onze shirtjes heeeelemaal doorweekt. Gelukkig ligt het niet aan ons, want ook onze gids heeft er last van haha. Aan het eind van de tour valt Sam lekker in de draagzak in slaap, waarna hij de hele rit terug naar het hotel van een uur heeeerlijk slaapt en ook in het hotel slaapt hij nog zeker een uurtje weg. Wat kan ie toch goed slapen.

Kleding passessie 2

Na de middagrustpauze gaan we richting Yaly voor de tweede passessie. Bas zijn blouseje is buiten de knoopjes klaar (supernetjessss!), mijn kantjurk is nu helemaal perfect en ook de andere jurk is helemaal perfect aangepast. Het lijfje is nu netjes strak, de mouwtjes zijn wat korter en de jurk is ook wat korter. En wat gek hoe dat het verschil kan maken tussen hobbezak en supertoffe jurk hahah. Benieuwd hoe jullie hem vinden! Mijn blouse kan ik ook passen (eindelijk een die niet aan de voorkant open gaat staan! Woohooo!)! En zelfs m’n colbertje is al af (vette kleeeurrr!) Helemaal perfect; nog wat afwerkdingetjes, zoals knoopjes en dan kunnen we het vanavond ophalen.

Lunch poepbroek

We besluiten lekker even te lunchen en zoeken een leuk tentje op. We hebben echter ook honger en dat zorgt niet altijd voor de beste keuze, aangezien snelheid dan een hogere prioriteit heeft dan kwaliteit. We komen terecht bij Vinh hung restaurant, waar we zeg maar eten en drinken van de kaart moeten kiezen terwijl ze erbij staan. Is al wat ongemakkelijk. En het is gewoon even een beetje zoeken met Sam. Hij is gewoon niet helemaal in z’n hum vandaag en zoekt de grenzen op. Dat gaat natuurlijk allemaal prima, maar is wel lastig als het personeel van het restaurant hem wat opjut en wij vervolgens zeggen dat iets niet mag.

Tegen het einde van het eten gaat hij er eens lekker voor staan…. En jahoor: poepbroek. Pas na mijn maaltijd besluit ik hem even te gaan verschonen en neem hem mee naar het toilet. Verschoontafels bestaan hier bijna niet, maar meestal ben ik daar best flexibel mee, want de grond gaat doorgaans ook best goed. Maar de wc is hier erg ranzig en bij de wastafels is het nat op de grond. En daar wil ik hem dan gewoon niet in leggen. Ik besluit hem staand te verschonen (hou ik niet zo van, zeker niet bij een poepbroek, maar ja veel keuze heb ik niet). Dus Sam op de wastafel, broek uit, romper omhoog….. en terwijl ik zijn romper om zijn schouder bind (wat ik altijd doe zodat hij niet in de weg hangt merk ik al dat het omhoog trekken wat plakkerig voelde. En dan zie ik het…

Tot z’n rug vol met poep. Boven de luier. Plakkerig en wel.

GATVERDAMME!

Ik vloek een klein beetje, want 1. Ik kan Sam niet neerleggen om hem rustig even schoon te maken. 2. Ik heb geen nieuw rompertje of shirtje bij om hem om te kleden. 3. Waar moet ik in hemelsnaam beginnen met schoonmaken en hoeveel doekjes heb ik hiervoor nodig? En 4: GATVERDAMME!

Het halve pak doekjes gaat verloren aan het schoonvegen van zijn rompertje, rug, billetjes en alles daarbij en tussen. En stinken jongens, niet normaal. Enig voordeel is wel dat die lieve kleine held gelukkig goed stil blijft staan, waardoor het poetsen iets sneller en gemakkelijker gaat. Na zeker een kwartier poetsen is het ordelijk genoeg om snel terug naar het hotel te lopen en de kleertjes snel naar de laundry tegenover te brengen, want in het vliegtuig morgen met poepkleren, is niet zo goed en lekker voor de overige kofferinhoud.

Nog even op pad

Terug in het hotel wordt er even gedoucht en gerelaxed (wij liggen bijna te slapen terwijl Sam lekker op bed met de plastic bekers speelt).

In de avond gaan we voor de laatste keer op pad om onze kleren op te halen en laat ik bijna mijn vakantiehumeur verpesten, omdat we iets langer dan verwacht moeten wachten. Het resultaat mag er echter zijn, het is echt perfect allemaal. Het blouseje mag bij de buik toch nog iets ingenomen worden en dus wordt de naaister voor 10 minuten aan de slag gezet om toch nog iets meer getailleerd te maken. Het afrekenen doet uiteraard iets meer pijn, maar we zijn blij dat het resultaat zo naar wens is.

Vanavond is het volle maan-party in Hoi An en dus zijn de gewone lichten uit de lampionnen aan (volgens mij is dat hier elke avond maar goed) en vervolgens sluiten we nog even aan bij Nienke en Rosa die ergens een hapje gegeten hebben. Daarna happen we nog wat lekkere streetfoodtoetjes op, scoor ik nog een paar goedkope marktjurkjes en is het tijd om afscheid te nemen van Rosa en Nienke, die hier nog een paar dagen blijven. En daarna voor ons tijd om ons bedje op te gaan zoeken, want het is niet alleen voor Sam op; maar ook bij ons is het lichtje een beetje uit 😉

Morgen net na het middaguur vliegen we van Danang naar Ho Chi Minh City, dus het zal wel weer een vermoeiende dag worden. Op naar het (bijna) laatste deel van onze reis: Ho Chi Minh City, Cu chi tunnels en de Mekong Delta. Tot de volgende!

Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *