Ondanks het plotse overlijden van mijn schoonvader afgelopen maand, heb ik in goed overleg met Bas een maandje geleden de reunie van 100-jaar Gilwell bijgewoond, een evenement waar ik al tijden naar uit keek – omdat ik met m’n maatjes samen terug in de tijd ging; terug naar 9 jaar geleden, toen we met zijn allen elkaar voor altijd in ons hart sloten en onszelf en elkaar wel heel goed leerden kennen in een zeer korte tijd…

Even terug in de tijd…

Het is 31 oktober 2014, 9 jaar geleden. Na jarenlang twijfelen heb ik me ingeschreven voor de meest intense training die je bij scouting kunt volgen: de Gilwell-training. Een persoonlijkheidstraining, waar je met behulp van een groepje mensen dat je niet kent samen op zoek gaat naar je eigen leerdoelen met behulp van groepsopdrachten. Een training die perfect zou moeten aansluiten bij de moeilijke periode die ik achter de rug heb. Na 8,5 jaar is mijn relatie voorbij en ik zit midden in het proces van afscheid nemen van mijn oude leven en het beginnen van een nieuw leven door het kopen van een huis, het zoeken van nieuwe hobby’s en het ontdekken van mijn eigen ik.

In twee ontzettende heftige lange weekenden in november 2014 ontstaat Subgroep de Schaapskooi, een groep compleet verschillende mensen, uit verschillende achtergronden. Maar dat maakt allemaal helemaal niets uit, want wij zijn hier voor hetzelfde doel: groeien! En daar gaan we elkaar bij helpen. En al snel ontdekken we tijdens het eerste weekend dat deze groep groter is dan de som van individuen. Wij zijn niet zomaar een groep, wij kunnen dingen samen bereiken. Een indische rijsttafel voor 40 man bereiden bijvoorbeeld, elkaar onze diepste emoties laten zien. Want deze training gaat niet over hoe sterk je bent, maar over of je je valkuilen kunt (h)erkennen. En die hebben we allemaal. Ik ook, zeker in deze periode waarin ik mezelf veel in de spiegel leer aankijken en kritisch kijk naar het kiezen voor mezelf, het aanpassen aan een groep en het teleurstellen van andere mensen en de angst om niet leuk genoeg te zijn. En terwijl ik keihard tegen mezelf aanloop vind ik de rust en veiligheid van mijn groepje die mij in een zeer korte periode ontzettend goed hebben leren kennen en goed vinden zoals ik ben.

Tijdens het tweede weekend gaan we dieper in op onze persoonlijke doelen, ik heb intussen een huis gekocht en we besluiten met ons levensmotto ‘We zijn geen adrenalinejunks, maar we gaan er goed op‘ 24 uur op pad te gaan en daarbij in alle 12 provincies met een scoutinggroep op de foto te gaan, daarbij 1100 km af te leggen en een onverantwoord bizarre reis te maken die we gruwelijk goed doorstaan. Je leert elkaar het best kennen op de slechte momenten. Na het voor eeuwig bekende ‘Holtens besluit’, waarbij we de trainers (bij ons ontmoetingsmoment in Holten na 11 uur rijden) overtuigden dat we zouden stoppen en verstandig zouden gaan slapen en uiteindelijk toch doorreden (voor de volgende 13 uur) om ons hogere doel te halen, kon onze groep voor eeuwig niet meer stuk. ‘Kut, nu kunnen we niet meer terug‘, verbonden aan dat weekend en wel een beetje het verhaal van onze impulsieve club goodwillers.

Na een ontwikkelingsperiode van een half jaar ontving ik in april 2015 mijn Gilwell-kralen, als bewijs voor een buitengewone prestatie voor mijn persoonlijke zelf. ‘If you’re searching for truth, you must look in the mirror and make sense of what you can’t see‘. Trots was ik, en ben ik nog steeds op de ontwikkeling die ik doormaakte; mijn ‘Tree of reinvention’.


Back to the future

En nu, 9 jaar en talloze reunies (want Subgroep de Schaapskooi is still alive) later, is er een 100 jaar Gilwell-reunie. Een bijeenkomst voor alle Gilwellians die in 100 jaar tijd op eigen wijze hun kralen gehaald hebben. En dat blijft een exclusieve groep mensen, die van elkaar weten wat je gedaan hebt om daar te komen. Maar wij gaan niet voor de reunie, wij gaan voor elkaar. En na een pittige week, waarin mijn schoonvader zeer plotseling kwam te overlijden, en na goed overleg thuis, rij ik op vrijdagavond na het werk richting ‘for god sakes‘ Ommen, een half uurtje naast Zwolle. Ik geniet van het solo-diner in Meerkerk en halverwege maak ik nog een tussenstop, want tja – waarom zou je ook denken aan het meenemen van een luchtbed… en dus snelweg af, teringlang 25km/h rijden achter trage mensen – Action in – 2-persoonsluchtbed (als je immers breed kunt liggen op een twee persoons, wie kiest er dan voor 1-persoons…), een handpomp mee en gaaaan weer. Uiteindelijk arriveer ik om 20:30 op Gilwell Ada’s Hoeve, waar ik uiteraard de verkeerde ingang in rijd voor mindervaliden, vervolgens een takke-eind alleen door een donker bos struin in de hoop goed te lopen, om 500 meter verder een groot grasveld met tentjes te treffen. Aaah wat een sfeer hier, jongens!

Het onthaal is ongelooflijk warm, wat fijn om m’n vriendjes weer te zien. En na een korte begroeting blijkt Thijs de tent al op een mooi eilandje te hebben opgezet en gaan we volledig ongeorganiseerd aan de slag met het opzetten van een partytent. Handleidingen zijn voor dummy’s. En voor we het weten zitten we met een whiskey/portje/Eddy-Schultenbrau-biertje/HertogJannetje onder de partytent tot in de late uurtjes met elkaar te praten. Alsof het gisteren was dat we elkaar leerden kennen. Geen onderwerp gaan we uit de weg, moeilijke dingen, grappige dingen, persoonlijke dingen. En áltijd met veeeeul zwarte humor. Voor deze mensen is er niets te verbergen, we zijn allemaal mensen; zo gemeleerd, heerlijk. Het wordt later en later en wat maakt het ook uit, alles is prima. En als we toch eindelijk ons (koude) bedje opzoeken in de tent (waar mijn luchtbed serieus de halve tent inneemt in vergelijking met de krappe matjes van de mannen), maken we een paar uurtjes slaap voor we in de ochtend de dag alweer verwelkomen.

Na de ceremoniële Gilwell-opening, geheel inclusief wandeling onder de Gilwell-poort, blazen op de hoorn en iets voor de geest en iets voor het lichaam, gaat eenieder starten met workshops en wij starten met het teruglopen naar ons eiland en maken van een traditioneel Thijs-ontbijt, die compleet verzorgd eitjes met spek staat te bakken. Die man heeft serieus ALLES bij in zijn camper. Smikkel smikkel smikkel.

Het middagprogramma beleven we iets actiever, met leuke activiteiten als houtbranden en stroopwafels bakken en we bezoeken zelfs even het terrein waar ik op mijn 15e (20 jaar geleden….) een explorerkamp meemaakte. En ik verlies ook nog even finaal met het spel KUBB, waar ik van de, weet ik veel, 80x gooien met stokjes – serieus 0x raak gooi. Och, man en wat is het heerlijk om er even uit te zijn. Even er uit… even ergens anders aan denken, even lachen om de zwarte humor die ik niet vergeten ben mee te nemen. En na een barbecue voor 450 mensen, nog veel meer persoonlijke ontwikkelingsverhalen en een prachtig kampvuur waar we met al die mensen samen echte kampvuurliedjes zingen (wat helaas voortijdig eindigde met een stromende regenbui) besluit ik naar huis te gaan.

Zondag 24 september komen ze van de Dela langs bij ons thuis en daar wil ik bij zijn. Credits to myself, want ik vind het nooit gemakkelijk om zelf degene te zijn die vertrekt of een knoop doorhakt en nu maakt het me gewoon even niet uit. Ik ben doodmoe, maar kan beter in m’n eigen bedje nog een paar uurtjes maken dan in een koud bedje morgen veel te vroeg moeten vertrekken. Het is beter zo. En m’n vriendjes snappen het ook. Wat zijn deze mensen toch goud, voor altijd in m’n hart. En dus, na nog een laatste drankje bij de tent, pak ik m’n auto voor 2,5 uur terug om om 00:30 lekker bij Basje in bed te kruipen.

Morgen weer ’n dag.

Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *