Alweer bijna op de helft van onze heerlijke trip in dit prachtige land. En wat een indrukken hebben we intussen opgedaan. Gisteren zijn we op pad geweest naar de Gulfoss-waterval, hebben we een bezoek gebracht aan een hot-spring, praktisch naast ons hotel, en hebben we een krater van een vulkaan in de buurt bezocht. Vandaag was het watervaldag en bezochten we daarnaast een vliegtuigwrak uit 1973 (bekend uit ‘Wie is de Mol 2012’). Weer allerlei nieuwe dingen die we niet gewoon zijn om te zien in Nederland. Overweldigend!

Na een warm nachtje in ons guesthouse in Fludir, met twee huilstops van Sam in de nacht (geen idee, maar alleen heen en weer wiegen van het bedje helpt tot hij weer in slaap valt…) vallen we aan op een heerlijk ontbijt. Sam geniet ook mee van de yoghurt, de boterham met jam en de sinaasappelsap en heeft er wat minder goede zin in vandaag. Gelukkig is het programma wat rustiger.

Gulfoss

Als eerst gaan we op pad naar de Gulfoss, een waterval; of eigenlijk meerdere enorme watervallen (foss betekent waterval). Het is vandaag erg koud, voornamelijk door de ijzige wind die over het land raast. We besluiten Sam over zijn softshell-pakje ook nog een skipakje aan te trekken en snoeren hem helemaal in, zodat hij geen kou pakt. Hij ziet er een beetje mummy-achting uit in zijn blauwe smurfenpakje. Aangekomen bij de waterval zien we gelijk dat deze omgeving wat anders is dan we gewend waren uit ons bezoek aan Snæfellsness. Dit gebied valt namelijk in de gouden cirkel en dat betekent dus: touringbussen vol met voornamelijk Amerikanen die elke hotspot komen innemen. Haha geintje natuurlijk. Maar wel heel veel Amerikanen hier. Ijsland is een veelgebruikte uitvalsbasis van Amerikanen om op vakantie te gaan, omdat het daar goed aan te vliegen is. Ondanks de wat drukkere omgeving, zijn de voorzieningen daardoor ook wat uitgebreider: restaurantje, uitgebreide shop, en zelfs de hekjes voor de attracties zijn hier meer dan eerder.

Waar we in Arnarstapi zeg maar ‘geluk’ hadden als er een touwtje met een paaltje voor een afgrond stond, zijn hier gewoon hekken voor de waterval. Erg veel veiliger natuurlijk, maar tegelijkertijd haalt dat ook wel iets van de charme weg. Het wordt er wat toeristischer van en dat vinden wij meestal iets minder leuk. Wat wel opvalt is dat bijna alle ‘attracties’ hier in IJsland gratis zijn. Het is er gewoon en je kunt het bezoeken als je wilt, waar je in Europa voor elk kleine iets wat je ziet al entree moet betalen. En dat scheelt een hoop centjes.

Bij de waterval zelf worden we overweldigd door de kracht van water. De waterval is niet per se heel hoog, maar wel heel breed en heeft onzettend veel kracht. Over meerdere hoogtes rolt hij naar beneden een kloof in. Een magnifiek beeld van waterkracht. We bezoeken het aanwezige toilet even en scoren in het winkeltje een te-cute, veel te dure Skrimli; een trolwezentje uit een mythe dat ons geluk en voorspoed zou moeten brengen. Uiteraard kunnen we dan niet af met 1, maar nemen we er ook een mee voor kleine Sam op zijn kamer. 80 euro armer bekijken we de waterval vanaf een lager niveau en als Bas nog wat mooie foto’s maakt, ga ik de heerlijke poep-broek van kleine Sam in de auto even verschonen: het aroma kwam ons door zowel softshell als skipak tegemoet; dan weet je wel dat je iets te wachten staat.

Secret lagoon

En dan is het even tijd om te relaxen😎. Na een paar dagen van veel dingen zien, is het tijd om even te zennen. Praktisch naast ons hotel in Fludir liggen hotsprings, hete bronnen van 80-100 graden die aangesloten zijn op een groot bad, waar je lekker in 38-40 graden kunt dobberen. De kleine vriend krijgt zijn nieuwe zwembroek aan en wordt gelijk HEEL blij van het warme water. Hij spettert, peddelt en kletst wat af, wat is ie happy. Even een ultiem momentje van rust. Nadeel is wel dat je er heeeel moe van wordt haha. En na een uurtje is onze kleine vriend uitgedobberd. Het vervelendste moment is als je het heerlijke 40-graden-water uit moet om de handdoek aan de rand te pakken. En vooral om de kleine man het niet te koud te laten krijgen. Gelukkig volstaat zijn draken-handdoek om hem warm de kleedkamer in te krijgen. Woohooo, succeeded! Juich-momentje voor ons als ouders. Het aankleden vergt uiteraard wat extra’s met ons vriendje, maar gelukkig zijn er kinderstoeltjes beschikbaar (redding voor elke moeder), waarna je jezelf ook aan kunt kleden. Er zijn zelfs gratis luiers beschikbaar, wat een luxe!

Kerid

Na een hapje en een drankje rijden we naar Kerid, een vulkaankrater waar je omheen kunt lopen. Het gaat wat harder waaien en tegen de tijd dat we aankomen, wordt de auto af en toe een beetje heen en weer geschud door de windvlagen. Sam is net in slaap gevallen en dus wordt dit bezoekje weer gesplitst in tweeen, waarbij ik eerst bij Sam blijf en Bas daarna.

Vulkanen waren altijd iets onwerkelijks. Je las er over in aardrijkskundeboeken met het gevoel: ‘oh zo werkt dat dus’. Een beetje onwerkelijk was het wel, want je wist dan wel hoe zo’n vulkaan in elkaar zat, maar je vraagt je toch altijd af hoe dat dan in het echt gaat, met de gedachte dat je dat waarschijnlijk nooit in het echt zal zien. Nu we de laatste jaren naar Java, Peru en nu IJsland zijn geweest, hebben we heel wat vulkanen ‘in het echt’ gezien en dat voelt toch echt wel bijzonder. Wát een fenomeen is zo’n vulkaan en wat machtig en indrukwekkend.

Terwijl ik volledig ben ingepakt in mijn winterjas, muts, capuchon, handschoenen en windvanger ga ik op pad naar de top. Dit zou voor Sam niet eens te doen zijn geweest, want ik waai alle kanten op. Het uitzicht in de krater geeft een overzicht van een mooie blauwe waterplas. De kerid-krater ziet er uit alsof hij ooit geëxplodeerd is, hoewel dat nooit is bewezen. Het magma-kanaal is hierna ingestort door rotsen en puin, waarna het gevuld is met grondwater. Er wordt dan ook gezegd dat hier het grondwaterpeil gemeten kan worden. Ik merk dat ik best veel energie heb en besluit na één rondje, dat het wel leuk is om het rondje op Strava te zien op de kaart. En dus maak ik nog een rondje, maar dan rennend. Heerlijk even omhoog en naar beneden rennen. Ik heb niet eens echt door dat het best hard regent als ik daarna bij de auto aan kom.

Tijd om terug te gaan naar het huisje, want het is wel even genoeg voor vandaag. De kleine man nog even op de buik laten oefenen en lekker uitgebreid dineren met lam en ribjes. Yummm, ja ook de innerlijke mens moet natuurlijk even genieten.

Seljalandsfoss en Gljúfrabúi watervallen

Woensdag start met wat watervallen op de planning. We moeten vandaag een grote afstand afleggen naar Skaftafell (3,5 uur) en dus start de strakke planning op tijd. De hele boel weer inladen en op pad. Daarbij zouden we nog wat ruimte moeten hebben voor bezienswaardigheden en dus plannen we wat watervallen onderweg.

De eerste waterval is gelijk een heel speciale, de Seljalandsfoss. Een waterval die allereerst heel hoog is, maar waar je daarnaast achterlangs kunt lopen, omdat er een soort open grot achter zit. De auto wordt geparkeerd en ineens zien we allemaal parkeerautomaten. ‘Dat is vast voor bussen’, zeggen we nog en we laten de 700 kronen voor wat het is. De draagzak is vandaag de geschiktste optie met alle klauterpartijen en Sam is gelijk heel blij om daarin te zitten en alles goed te kunnen zien (en z’n ruggetje vindt het ook leuk denken we haha). Nadat we wat lekkere watervalspray in onze gezichtjes gesproeid hebben gekregen en wat bange mensen zijn gepasseerd (‘ik wil gewoon niet meer verder; ik blijf hier!’), wat selfies alsof mensen aan het douchen zijn onder de waterval verder en met 11 kg Sam op mijn rug weer omhoog geklommen zijn, ziet Bas ineens een parkeerman rondlopen bij de auto’s. Zouden we dan toch moeten betalen? Bas rent even terug en is (waarschijnlijk) net op tijd. Pfoeh, dat is een meevaller.

Dan blijkt er verderop nog een waterval te zijn; de evenook onuitspreekbare ‘Gljúfrabúi’. Hop hop, dus wij die kant op. Hij blijkt in soort kloof uitsparing te zitten en omdat we 80 mensen daar drijfnat uit zien komen, besluit alleen Bas naar binnen te lopen via het stenen pad in het water. Dat is maar goed ook, want hij komt er uit als een verzopen katje en dat had Sam vast niet leuk gevonden 😉🙄. Op de terugweg concluderen we dat als we de parkeerplaats bij deze laatste waterval gepakt hadden, we zeker weten gratis hadden gestaan; maar ja je kunt niet alles hebben 😉

Skógafoss

Door naar de volgende waterval, een prachtige 25-meter brede waterval die vanuit een grote hoogte een hele cirkel lijkt te vullen met water. Sam weer lekker in de draagzak, dit keer bij papa op zijn rug. En heeft papa even geluk, want uiteraard willen we ook de 60-meter omhoog klimmen, om boven bij de waterval te kijken. Een pittig tochtje later maken we boven ook wat mooie foto’s en genieten van wederom een hoogtepuntje in IJsland.

En van hoogtepuntjes zijn er in IJsland nogal veel. Het is moeilijk te omschrijven hoe mooi dit land eigenlijk is. Dat is zowel in woorden als in foto’s moeilijk uit te drukken. Het lijkt wel alsof er achter elke berg weer een nieuw wonder tevoorschijn komt. Er is hier werkelijk zoveel natuurschoon, prachtig gewoon. En zoveel verscheidenheid ook, het is niet alsof het alleen maar lavavelden zijn, of alleen maar gletsjers, maar gewoon steeds anders. Net als je bijgekomen bent van een wereldwonder, laat het volgende prachtige beeld je alweer verbazen. Ineens een gitzwart strand, dan een bemost lavaveld, vervolgens een volledig zwart maanlandschap, daarna sneeuw, dan een grasveld met uitgebloeide berenklauwen. In de verte een vulkaan, een gletsjer, een tafelvormige berg, de zee, een krater. Het lijkt wel of alle hoogtepunten aan elkaar geregen worden. Het is gewoon vooral zo’n ontzettend contrast met wat we kennen. We kunnen dan ook wel met recht zeggen: elke natuurliefhebber móet hier gewoon een keer geweest zijn. Geloof me, het is het waard!

DC-3 Sólheimasandi

En dan maken we de grootste fout van de dag.

Het is intussen 13:00 en we hebben nog wat tijd over. Naar ons nieuwe hotel in Skaftafell is nog 2 uur en een beetje rijden. Één van de hoogtepunten die nog op ons lijstje staat is DC-3 Sólheimasandi: een vliegtuigwrak op het zuiderstrand van IJsland. Uiteraard behoorlijk bekend, want zelf herinner ik me ook nog aflevering 1 van ‘Wie is de mol 2012’, waarin dit wrak centraal stond. Een ander soort natuurschoon dan tot nu toe, dus nu we tijd over hebben; goed idee, zou je zeggen!

Bas had het eerder al opgezocht en twijfelde, omdat de wandeling wel 4-5 km zou zijn, maar ineens zie ik op Google maps dat het maar 2,0 km lopen is. Dat zou dan toch te doen moeten zijn met kleine Sam in de draagzak? We halen Sam uit de auto, nog slaapdronken van zijn recente dutje. Ik ruik al wat in zijn broek, maar dat redden we vast wel met 2km heen en terug (eigenlijk weet je dan al dat je beter gelijk die broek kan doen… maar goed). Meneer in de draagzak, eerste boterhamstukjes er in en gaan. Het volledig rechte pad van gravel is saai en in de verte zien we nog nergens het wrak. We lopen en lopen en lopen en de niet-uitdagende weg zorgt ervoor dat het nog langer voelt. We stappen goed door en na een krappe 20 minuten besluit ik eens te kijken hoe ver weg zijn. En zie dan ineens dat het vanaf hier nog 1,9km is. Huh?! Maar dat is raar? Het zou toch maar 2km totaal moeten zijn en het is niet alsof we nu pas 100 meter gelopen hebben. We snappen er niets van, maar moeten overduidelijk nog een heel stuk door en aangezien we blijkbaar dus pas op de helft zijn stappen we dan maar door.

Intussen komt de transferbus voorbijgereden (en jahoor, wij dachten ‘dat kunnen wij wel, we hebben die bus niet nodig’), maar nu balen we als een stekker. Na krap 4 km met 11 kg op mijn rug komen we uiteindelijk na 45 minuten aan bij het vliegtuigwrak. Ik ben er eigenlijk al wel klaar mee als we aankomen haha. Indrukwekkend is het wel, in een gitzwart maanlandschap ineens een vliegtuigwrak. Het moet gezegd worden; fotogeniek. Zeker ook met op de achtergrond prachtige bergen en gletsjers: mooier kun je het niet krijgen.

Sam is echter hélemaal bekaf, kan niet slapen, heeft het koud. geen idee, maar hij huilt echt heel erg zielig en we balen nu al van onze keuze om te gaan. Het is te koud om hem nu te verschonen hier en veel eten wil hij eigenlijk ook niet. Terwijl ik hem zachtjes heen en weer wieg, maakt Bas snel wat foto’s, de irritante Italianen ontwijkend die besluiten het wel leuk vinden om OP het vliegtuigwrak te gaan staan en daardoor bijna hun nek breken, omdat het een 40 jaar oud, steeds verder uit elkaar vallend wrak is. Niet gemaakt voor lompe toeristen die besluiten het te trotseren. Hoofdschuddend kijken we toe, bedenkend dat het mooi is dat een bezienswaardigheid zo toegankelijk is als deze, maar hoe jammer het is dat niet iedereen het gewoon kan laten voor wat het is (geen speeltoestel).

We gaan weer terug op pad en besluiten Sam in de draagzak op de buik te doen. 11 kg aan de voorkant van mijn buik hangen ben ik niet meer gewend echter en na een kilometertje krijg ik al last van mijn rug. Bas draagt Sam de volgende 1 kilometer in zijn armen, waarna ik hem weer even overneem. Het mannetje is soms blij aan het kletsen, maar veel tijd brult hij hard en ontroostbaar. Zijn neusje is wit en zijn wangetjes zijn koud en wij zeggen wel 1000x tegen elkaar dat dit echt de domste beslissing was die we maar konden maken. Dit hadden we gewoon niet moeten doen. En we hadden het ook niet gedaan, als we niet gedacht hadden dat het maar 2 km was… Doodmoe komen we 45 minuten later aan bij de auto. Snel Sam er in, broek verschonen (het was nodig) en flesje er in. Halverwege de fles is meneer al in slaap gevallen. Helemaal doodmoe natuurlijk, maar fijn dat ie lekker in slaap gevallen is.

We besluiten de resterende 2 uur door te rijden en geen grote stops meer te maken, zodat Sam lekker kan blijven slapen en stoppen enkel nog een paar keren zelf om even snel wat foto’s dichtbij de auto te maken, waardoor Sam lekker verder kan slapen. Er zijn nog wel 200 fotogenieke plekken waar we voorbij rijden. Als we nog een rolletje zouden hebben, zou die al 100x vol geweest zijn.

Op naar het hotel, we hebben zelf nog nauwelijks gegeten vandaag, dus een maaltijd zal er vanavond wel in gaan! Die blijkt uiteindelijk een fortuin te kosten (immers: als er maar 1 restaurant is, kun je vragen wat je wilt). Gelukkig smaakt het wel heerlijk en beleven we verder een prima rustig avond. ☺️

Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *